• splitsingspunt rivieren

  • splitsingspunt rivieren

  • splitsingspunt rivieren

  • Noord-Holland

  • Noord-Holland

  • Friesland

  • Friesland

  • Friesland

Waterveiligheidslandschappen

Op een nieuwe manier nadenken over en werken aan een veilige en leefbare Nederlandse delta is nú belangrijk. Hoe ziet een veilige en leefbare delta eruit? Een breed consortium van onderzoeksinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties werkt samen aan het project ‘Waarderijke, Waterrijke Waterveiligheidslandschappen’, afgekort tot ‘Waterveiligheidslandschappen’. Het project draagt bij aan de besluitvorming over het toekomstbestendig inrichten van de Nederlandse (water)landschappen.

Een complex probleem

Nederland is niet af. Grote ruimtelijke opgaven en transities kondigen zich aan, zoals aanpassen aan klimaatverandering, verduurzaming van landbouw en de energiesector en het herstel van de biodiversiteit. Ook de woningbouwopgave en de zorg voor voldoende en schoon (drink)water verdienen aandacht. Volgens het nieuwste IPCC-rapport verandert het klimaat steeds sneller: er is sprake van snellere zeespiegelstijging, intensievere neerslag en extremere perioden van warmte en droogte.

Een leefbare en veilige delta

De Nederlandse delta leefbaar en veilig houden vraagt om een systematische toekomstverkenning naar een duurzame en ruimtelijke inrichting van het water(veiligheids)systeem. Een goed ruimtelijk ontwerp zorgt voor een systeem-georiënteerd, natuurlijker, klimaatrobuuster en waarderijker landschap. Er zijn nieuwe inzichten nodig voor het realiseren van een goed ruimtelijk ontwerp.

Wat gaan we doen?

We gaan een aantal uitgevoerde praktijkcases systematisch analyseren. Daarnaast verkennen we de mogelijke lange termijn ontwikkelingen in drie praktijkgebieden. Daarmee vergroten we de ruimte voor het bedenken van oplossingen en maken van keuzes over het complexe dilemma van opgaven en transities. Ook ontwikkelen we planningsinstrumenten die ‘nu’ (2030) en ‘straks’ (2050) beter kunnen afstemmen op inzichten over het ‘later’ (2100) en ‘ooit’ (na 2150).

Werkpakketten

Binnen het project Waterveiligheidslandschappen onderscheiden we vier inhoudelijke werkpakketten. Elk werkpakket heeft een eigen team. Alle werkpakketten worden aangevuld met werkafspraken tussen de werkpakketten en projectpartners.

Analyse van 22 voorbeeldprojecten (werkpakket 1)

In werkpakket 1 worden uitgevoerde voorbeeldprojecten geanalyseerd via deskstudie, veldbezoeken en interviews. De voorbeeldprojecten hebben ‘avant la lettre’ waterveiligheidslandschappen opgeleverd: ze zijn gestart met een waterveiligheidsopgave en zijn geëindigd als een geïntegreerd project waarin naast waterveiligheid diverse andere doelen zijn gerealiseerd. Criteria voor de selectie van 22 voorbeeldprojecten waren: vernieuwend en toonaangevend; bij voorkeur uitgevoerd, eventueel in een ver stadium van voorbereiding; een voorbeeld van meerlaagsveiligheid, multifunctioneel ruimtegebruik. Er is een analysekader opgesteld waarmee informatie over elk project kon worden verzameld; bijvoorbeeld welke uitgangspunten zijn gebruikt, welke ruimtelijke ingrepen zijn gedaan, welke instrumenten zijn gebruikt, wat het resultaat is en hoe tevreden de omgeving daarover is. Door middel van deskstudie zijn 22 voorbeeldprojecten beschreven. Tenslotte is een synthese gemaakt door per aspect uit het analysekader de voorbeeldprojecten te vergelijken. Het resultaat is een overzicht van de bestaande kennis over de integrale aanpak van waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit.

Gebiedscases (werkpakket 2)

In dit werkpakket worden bestaande kennis, instrumenten, leerpunten en resultaten uit werkpakketten 1 en 3 toegepast, getest en geëvalueerd met partners in concrete gebiedssituaties. In de regio Kop van Noord-Holland is behoefte aan een integrale waterveilige gebiedsbenadering. Het doel is een gezamenlijke visie over de toekomst van het gebied, waarin waterveiligheid belangrijk is. Het tweede gebied is de Friese Waddenzeekust. Grote delen van de Friese Waddenzeekust moeten de komende jaren worden versterkt. De focus ligt niet op een conventionele dijkversterking. Er wordt gedacht aan een brede dijkzone, waarbij gelinkt wordt aan gebiedsontwikkeling en de relatie met het achterland. Het derde gebied is de Gelderse Poort. Een andere verdeling van het rivierwater op de splitsingspunten wordt over nagedacht. Een systematische verkenning van mogelijkheden en gevolgen, gelijktijdig vanuit waterveiligheids- en uit ruimtelijke inrichtingsperspectief kan helpen in de herverdeling van rivierwater. Aan elke gebiedscase wordt met lokale partners gewerkt d.m.v workshops, die “werkateliers” worden genoemd.

Instrumenten (werkpakket 3)

In dit werkpakket worden methoden en tools uitgewerkt die bijdragen aan het beter begrijpen en ontwikkelen van waterveilige landschappen. Deze methoden en tools worden in te verschillende ateliers van werkpakket 2 getest op bruikbaarheid en vervolgens doorontwikkeld. Dit werkpakket loopt dus het gehele duur van het project. Het eindproduct is een serie van instrumenten die ingezet kunnen worden in het ontwerpproces van waterveilige landschappen. De eerste methode is die van de maatschappelijke frames. Met behulp van toekomstige narratieven over hoe er in de maatschappij over waterveiligheid kan worden gedacht, wordt op een andere manier gekeken naar hoe een landschap zich kan gaan ontwikkelen. De tweede methode is een combinatie van het opstellen van bouwstenen van een waterveilig landschap, en hiermee transformatiepaden maken om tot zo’n landschap te komen. De bouwstenen zullen meer inzicht geven in wat een variëteit aan landschapselementen er mogelijk zijn om waterveiligheid te garanderen, en tevens ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Bij het opstellen van de transformatiepaden zal er specifiek worden gekeken naar welke condities er nodig zijn het landschap te laten veranderen, uitgezet over de tijd. De derde tool is het tastbaar landschap: een model van het landschap van kinetisch zand fungeert hierbij als ‘tangible user interface’ tussen ontwerper en rekenmodel. Een scanner registreert veranderingen van het schaalmodel (‘graven’, ‘ophogen’, toevoegen van objecten) en zet dit om in een GIS-beeld, wat input is voor modelberekeningen die weer terug geprojecteerd kunnen worden op het zand. Die geven vervolgens informatie of de ingrepen bijdragen aan het behalen van gestelde doelen.

Kennisdeling (werkpakket 4)

Naast een eenheid en saamhorigheid creëren binnen het project, willen we de (tussen)resultaten laten landen in de praktijk. Het project is pas echt geslaagd als de ontwikkelde beleidskennis, instrumenten en methoden daadwerkelijk zullen worden toegepast in de praktijk. Daarom zoeken we ingangen in bestaande projecten, grootschalige programma’s en binnen bestaande kaders. Consortiumpartners delen vanuit hun organisatie informatie over het project, passend bij de eigen doelstellingen. Ook de klankbordgroep heeft een taak in het delen en integreren van kennis, met name richting hun bestuurlijke vertegenwoordigers.